1895

Eerste kantoor Haagse Nutsspaarbank

De Haagse Nutsspaarbank is in haar bestaansgeschiedenis meerdere keren verhuisd. Het eerste kantoor dat de bank liet bouwen was gesitueerd op de hoek van het Westeinde in de Jan Hendrikstraat en heeft slechts enkele jaren gestaan, omdat de gemeente Den Haag besloot onder andere de Jan Hendrikstraat en Torenstraat te verbreden om zo het explosief groeiende verkeer in goede banen te leiden.

Afbeelding
Paul du Rieu (1859 - 1901), Nederlands architect
Afbeelding
Het eerste kantoor van de Haagse Nutsspaarbank
Het eerste kantoor van de Haagse Nutsspaarbank naar ontwerp van Paul du Rieu.
Afbeelding
Zijaanzicht van de Nutsspaarbank, gezien vanaf de Jan Hendrikstraat
Zijaanzicht van de Haagse Nutsspaarbank, gezien vanaf de Jan Hendrikstraat

Kamertje in het oude stadhuis

De Nutsspaarbank ’s Gravenhage begon in augustus 1818 in het oude stadhuis aan de Dagelijkse Groenmarkt, want aan een eigen pand durfde niemand nog te denken. Het stadsbestuur, dat zeer ingenomen was met de Nutsspaarbank, had gratis een kamer ter beschikking gesteld, de Rooimeesterskamer. Dit vertrek was in gebruik bij de rooimeester, een ambtenaar die toezag op de naleving van de bouwvoorschriften. Elke maandag tussen 12.30 uur en 13.30 uur hielden de commissarissen zitting en kon ‘de man met de kleine beurs’, de minvermogende die toch wat geld over had, hier zijn spaargeld veilig in bewaring geven. Jaarlijks kon in het spaarbankboekje de rente worden bijgeschreven. De kist met geld en effecten werd bewaard in het vertrek van de burgemeester. 

Huren bij meestertimmerman Schippers

Mede vanwege de doelgroep hield de bank jarenlang een kleinschalig karakter, die bovendien kwetsbaar bleek tijdens perioden van economische recessie. Steeds weer kwam men er bovenop, wat onder andere blijkt uit de langzame toename van het aantal zittingsdagen en het te beheren kapitaal van de Nutsspaarbank. In 1871 was de bank zodanig gegroeid dat een nieuw pand nodig was, daarom verhuisden de bankiers naar het Westeinde 29, het oude huis van meestertimmerman Johannes Schippers.

De Haagse Nutsspaarbank koopt eerste onroerende zaken

Al snel werd ook dit gehuurde pand te klein. De Nutsspaarbank kocht in 1893 de gebouwen aan Westeinde 2 en 4 op en vroeg architect Paul du Rieu hier een nieuw kantoor te bouwen. De woonhuizen op de hoek van het Westeinde in de Jan Hendrikstraat werden afgebroken en er verrees een bakstenen bankgebouw met onderdelen van hardsteen aangebracht tot aan de cordonband. Daarboven werd het zogenoemde ‘Udelfanger’-zandsteen gebruikt.

Het beeldhouwwerk werd verzorgd door de van origine Belgische beeldhouwer Emile A.F. Bourgonjon (1841-1927), sinds 1880 zelfstandig beeldhouwer in Den Haag en een aantal jaren leraar aan de Haagse academie. Op de gevel sierden een kat uit hardsteen gehakt, een leeuwenkop en een aantal maskers naar modellen van beeldhouwer Johan Keller.

Spaargeld werd bewaard in een ingebouwde kluis

Waar in het begin van de Nutsspaarbank het geld van spaarders werd bewaard in ijzeren en branddichte kasten, werd nu het geld opgeslagen in een ingebouwde kluis. De grote kluis werd uitgerust met een bepantsering van ijzer en staal. Boven de kluisdeuren stond de Vlaamse spreuk: ‘De renten loopen al slapende op’. De bepantsering en de kluisdeur werden gemaakt door het bedrijf L. Franses en Zoon, waarvan de winkel en smederij respectievelijk aan de Korte Poten 39-41 en Koediefstraat te vinden waren. 

Gebouwd voor 62.000 gulden

In de zittingszaal werd Engels behang aangebracht naar ontwerp van kunstenaar Lewis Foreman Day (1845-1910). Het eikenhouten meubilair kwam van de firma H. Pander en Zn en gebroeders van Malsen uit de Frederikstraat. De glas-in-loodramen in de wachtzaal, de bibliotheek en het boekhoudkantoor werden gemaakt door glasatelier Het Prinsenhof uit Delft. De aannemer was A. de Haan uit Den Haag, die de klus uitvoerde voor 62.000 gulden. In januari 1895 werd het bankgebouw, dat zorgvuldig en in overleg met het bestuur was ontworpen, in gebruik genomen.  

Noodgedwongen verhuisd naar het Idiotengesticht

Lang heeft de Nutsspaarbank niet kunnen genieten van het opvallende gebouw van architect Paul du Rieu. In 1912 had de gemeente Den Haag plannen om de Jan Hendrikstraat te verbreden en huizen langs het Westeinde, waaronder het gloednieuwe pand van de Nutsspaarbank, moesten gesloopt worden om plaats te maken voor een plein.  

Het bestuur was geschokt, maar zag in dat bezwaar maken weinig zin had. Daarom kocht de Nutsspaarbank in 1913 het aangrenzende Idiotengesticht op, dat na overleg tussen de besturen, verhuisplannen bleek te hebben. Zo kon de bank dichtbij de oude locatie blijven. Een jaar later, in 1914, werd opdracht gegeven om er een nieuwe bank te bouwen, het huidige Nutshuis. Deze keer werd het ontwerp gemaakt door architect Samuel de Clercq. Lees daarover meer in dit artikel.

Over architect Paul du Rieu

Paul du Rieu (1859-1901), ontwerper van het Nutsspaarbankgebouw uit 1895, volgde een opleiding aan de Polytechnische School, de huidige Technische Universiteit, in Delft. Hij kreeg daar een traditionele opleiding, maar vond al snel zijn eigen weg, die van de schoolse richting afweek. Hij ontwierp verschillende villa's en woonhuizen in Den Haag. Hij was de ontwerper van het bebouwingsplan van Duinoord. Maar zijn belangrijkste werk was toch wel de Nutsspaarbank in Den Haag, waar hij de Hollandse Neorenaissance en de Neogotiek toepaste op een nieuw gebouwtype: een bank, dat een voorname en degelijke uitstraling moest hebben. Het asymmetrisch opgezette pand bestond uit een souterrain met daarop twee bouwlagen, waarin behalve de bank, de door het Nut opgerichte Volksbibliotheek werd ondergebracht en op de verdieping een woning voor de boekhouder. Op de hoek bevond zich een iets terugliggend eenlaags entreeportaal met neogotische spitsbogen en kantelen, die toegang gaf tot de wachtzaal met een lichtkoepel. 

Opvallend was de rijke afwerking van het pand met betimmeringen en cassetteplafonds. De bibliotheek had een houten galerij. Een deel van de monumentale interieurs uit de twee gesloopte woonhuizen werd geveild. Enkele schoorsteenmantels en betimmeringen werden herplaatst in onder meer de zittingszaal van de commissarissen (de huidige Commissarissenzaal) en de kamer van de boekhouder. 

Ook buiten Den Haag verrees het werk van Paul du Rieu. Een mooi voorbeeld is de kasteelachtige Villa ‘De Rijp’ in Bloemendaal, waar olie-pionier Adriaan Stoop (1856-1935) woonde. Zijn laatste werk, het gebouw van Pulchri Studio, aan de Lange Voorhout 15 werd vlak na zijn dood in 1901 voltooid.